Een paar weken geleden heb ik van de aanwezigheid van mijn ouders geprofiteerd om een stukje Bolivia te ontdekken: de Jezuietenmissies in de Chiquitania van Bolivia. De treinreis naar de verste missie, San José, ons punt van vertrek, was volgens mijn ouders al een belevenis op zich. Ik citeer: We werden door elkaar geschud, van voor naar achter, van links naar rechts, van boven naar onder, en dat 6 uur lang!
De Chiquitania omschrijven is moeilijk.
Probeer je het volgende voor te stellen: rode aarde, meertjes, palmbomen, vogels, overvloedig fruit, en groen, groen, groen.
In dit onaardse stukje paradijs (de foto's doen de werkelijkheid onrecht aan) stichtten de jezuieten in de 18 eeuw meer dan tien missies: de missies van de Chiquitos (lett. de kleine mensjes).
Elke missie bestaat uit: een groot plein gedomineerd door een kerk,
elk van hen een staaltje van vermenging van christelijke en lokale cultuur, zoals deze Maria met indiaans gezicht: en voor de rest: stofferige straatjes van rode aarde waar de taxichauffeurs je op hun moto naar je bestemming brengen.
De Jezuieten legden er een militair regime op aan de lokale bewoners, in die periode nomaden die leefden van de natuur. Ik moet er echter aan toevoegen dat ze heel wat meer respect voor de plaatselijke cultuur hadden dan de conquistadores van die tijd en dat de nazaten van de Chiquitanos de traditie van de missies blijven voortzetten. Die erfenis bestaat o.a. uit barokmuziek en houtsculptuur. De jezuieten hadden namelijk hun violen en beitel meegebracht, en muziekonderwijs en houtbewerking vormde indertijd een fundamenteel onderdeel van hun 'educatief programma'. De barokcultuur van de Chiquitania heeft een eigen ontwikkeling gekend, onafhankelijk van de Europese, en geregeld wagen internationale gezelschappen de tocht de Chiquitania om er barokfestivals te gaan uitvoeren. Elke missie heeft ook zijn eigen muziekschool, waar de musici van de toekomst worden opgeleid. Stel u voor: een dorpje in doodse stilte, de kerklokken luiden, en daar komen alle kinderen op hun slippers aangesloft, viool over de schouders.
En dan zijn er de houtateliers. Internationaal befaamd (zeggen ze daar toch). In de ateliers worden mannen (sculpteren) en vrouwen (schilderen) opgeleid om te kunnen voldoen aan de bestellingen van christelijke kunst, alles in ceder-hout.
Wie meer wil weten kan naar de film 'The Mission' kijken, waarvan hier een voorproefje.
Ik heb hem zelf nog niet gezien, het lijkt me vrij Hollywoodiaans, maar het geeft wel een idee. De Jezuieten werden in 1767 trouwens verjaagd door de Spaanse kroon, de Portugese kroon en, jawel, het Vaticaan. Ze stonden de Conquistadores namelijk in de weg in hun bloeddorstige zoektocht naar El Dorado (de stad van goud). 230 jaar later heeft een Zwitserse Jezuiet, H. Roth, het titanenwerk verricht om alle kerken met de hand te restaureren. De mens heeft er zeven jaar over gedaan. Een werk dan niet tevergeefs was want sinds 1992 behoren de missies tot het werelderfgoed van de mensheid.
maandag 8 juni 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Dag Lien,
Spijtig genoeg zijn wij in onze tijd in Bolivia niet tot in de Misiones geraakt. Wel heb ik een voorsmaakje gehad in Guarayos, dat vrij gelijkaardig is.
De film The Mission is echt wel de moeite en schetst goed het conflict tussen de Jezuieten en de conquistadores. Ik heb hem in Bolivia nog gekocht, zeker een aanrader als je in de Misiones bent geweest.
Het houtartisanaat van de Chiquitania is inderdaad vrij bekend. Je kan het zelfs in Belgie bestellen: http://vbv.be/FSC/
Groetjes
hé Lien
The Mission moet je zeker zien, is echt goed en naar 't schijnt historisch correct.
Nóg beter is de filmmuziek van Ennio Morricone, cd die voor mij absoluut de moeite was om aan te schaffen.
JVE
Een reactie posten